vrijdag 28 oktober 2011

Reisverslag 53 – de Pantanal.

Een bezoek aan de Pantanal (http://nl.wikipedia.org/wiki/Pantanal) was het hoofddoel van deze reis. Lonely Planet zegt niet ten onrechte dat het Amazone gebied bekend staat om zijn Wildlife maar als je de dieren ook echt wilt zien, moet je in de Pantanal zijn. Het omvat een enorm gebied van 210,000 km² of te wel bijna 5 keer zo groot als Nederland. Ongeveer 1/3 hiervan ligt in Bolivië and Paraguay en de rest in Brazilië. In het regenseizoen staat ongeveer 70% van de Pantanal onder water. Slechts enkele delen kunnen over de weg of rivier worden bezocht. Wij namen de, bij camperaars beruchte, onverharde Transpantaneira van Poconé , in het noorden, naar het zuidelijker gelegen Porto Jofre. De weg is 145km lang met 122 houten bruggetjes. Langs deze weg kampeerden wij bij vier verschillende pousada’s (eenvoudige hotelletjes meestal horende bij een veeboerderij) en op het eindpunt in Porto Jofre op de camping. Door bij de Pousada’s te overnachten hadden we de gelegenheid om aan hun excursies deel te nemen. Dat is vooral in de droge tijd belangrijk omdat je dan vanaf de weg niet zoveel dieren te zien krijgt.

Bij het naderen van Cuiaba, de hoofdstad van de provincie Mato Grosso, met 550,000 inwoners, zagen we een enorm gebouw wat leek op een winkelcentrum. Het bleek een soort Makro te zijn met wel erg zware bewaking op het parkeerterrein.


Poconé noemt zich de hoofdstad van de Pantanal. De Transpantaneira begint een aantal kilometer ten zuiden van het stadje.



Met een beetje geluk kan je heel wat wildlife zien vanaf de Transpantaneira.



Over en langs de Tranpantaneira.


De gevreesde bruggetjes van de Transpantaneira zijn een verhaal apart. In de droge tijd kan je een aantal bruggen omzeilen door onderlangs te rijden. Maar als er dan een wankel bruggetje opduikt dan gaat dat plotseling niet omdat er een onbetrouwbare hoeveelheid water naast de brug ligt. Ria moest een aantal keren helpen de richting aan te geven omdat er planken ontbraken of omdat er enorme grote spijkers een centimeter of tien uit de planken staken.





Tot onze stomme verbazing kwamen we halverwege de Transpantaneira, Rudi en Berlinda tegen. Wij dachten dat ze zeker een aantal reisdagen achter ons zouden zitten en zij dachten dat we de Pantanal al weer verlaten hadden. Hun waren door puur toeval met de boot van Corumba naar Porto Jofre gevaren. Het is een duwbak die normaal gesproken alleen voor veevervoer gebruikt wordt.



De eerste paar dagen stonden we bij Pousada Piuval.

De Pousada had een mooi groot zwembad waar we gretig gebruik van maakte bij de enorme hitte. Helen, de receptioniste was aangenaam verrast dat ze gasten uit Nederland kreeg. Ze liet bijna al het Nederlands dat ze geleerd had op ons los.



Bij de ingang van het restaurant hadden vogels een nest gebouwd. Maar toen de twee kleintjes groter werden was er nog maar plaats voor één met het gevolg dat de andere uit het nest viel.




De mooie “red-crested cardinal” was regelmatig op de pousada te zien.


Op wandelsafari.


De met uitsterven bedreigde “Hyacinth Macaw” vanwege de hoge bedragen die er voor betaald worden op de zwarte markt.





Het leek er op dat we bij Pousada  Portal Paraiso de enige gasten waren. We hadden het zwembad en de andere faciliteiten alleen voor ons zelf.


De “huis” papegaaien bezochten ons regelmatig. Ook vlogen er regelmatig een paar Hyacint Macaws over.


We organiseerde onze eigen wandelsafari in het enorme gebied van de Pousada.


Een deel van het wildlife dat we op de pousada zagen.


Het heeft lang geduurd maar ik heb eindelijk een foto van een vliegende toekan.


De “huis” papegaaien waren niet schuw en kletste er (onverstaanbaar) op los.




De dag dat we Pousada Rio Claro bezochten viel letterlijk in het water. Het begon ermee dat mijn bijrijdster een half uur lang weigerde de poort open te gaan doen. Uiteindelijk werd ze gered door een motorrijder die in de stromende regen de poort open deed. Achter in de middag werd het droog en kon Ria nog een kaaiman voeren met piranha’s. 


In Porto Jofre werden we welkom geheten door het “Hotel Poto Jofre”. Dit was een farce omdat we niet binnen mochten toen we het hotel wilde bezoeken. Als je niet op hun vliegveld aankomt ben je blijkbaar een bezoek niet waardig 


Ons leuk kampeerplaatsje aan de rivier in Porto Jofre.


Ons uitzicht overdag en bij maanlicht.


De duwbak waarmee Rudi en Berlinda waren aangekomen lag er nog.








Pousada Ueso van het vriendelijke en gastvrije Braziliaans / Zwitsers paar Ueli Wittwer en Sônia Schlatter.
www.pantanal.ch


Met Sônia op de Rio Claro. Het was ongelooflijk hoe ze maar het VW busje door de blubberzooi wist te rijden op weg naar de rivier. Een dag eerder waren wij bij dezelfde weg met onze 4x4 omgedraaid. 






Piranha vissen op de Rio Claro. Het was niet gemakkelijk om de Piranha van het haakje te krijgen zonder gebeten te worden door de vlijmscherpe tanden. Sônia stond rustig in de rivier tussen de piranha’s en ook kaaimannen op korte afstand.






We hebben onze reisplannen drastisch gewijzigd. Door het afhaken van Rudi en Berlinda was er eigenlijk geen goede reden meer om vanuit de Pantanal weer helemaal, via welke weg dan ook, terug te rijden naar Uruguay. Omdat we toch van plan waren, vroeg of laat, naar Ecuador en Colombia te gaan, besloten we om van uit de Pantanal verder naar het noorden van Brazilië te rijden in plaats van naar het zuiden. Sinds kort is er in het noorden van Brazilië een goede verbinding naar Peru, nu de laatste stukken van de Carretera Interoceanica in Peru klaar gekomen zijn. Onze route gaat dan over een afstand van ongeveer 3500km van Cuiaba via Porto Velho, Rio Branco naar Cusco in Peru. Eind november stallen we dan de Camper voor een week of 7 in Lima.




zondag 16 oktober 2011

Reisverslag 52 – N.P. Chapada dos Guimarães.

Het National Park Chapada dos Guimarães staat als highlight nummer 6 van totaal 27 in de Lonely Planet guide van Brazilië. We hadden daarom een hoge verwachting maar die kwam niet uit. Het is een mooie natuurlijke omgeving om te zien als je toch in de buurt bent maar is nauwelijks een omritje waard. Het park ligt op een plateau, ongeveer 800m hoger dan de 65km naar het zuiden gelegen grote stad Cuiaba. Voor de inwoners daarvan is het een geliefd weekend uitje vanwege de lagere temperatuur en de vele riviertjes en watervalletjes. De belangrijkste bezienswaardigheden zijn de waterval Véude Noiva (bruidssluier) en de Portão do Inferno (de poort van de hel). Het laatste is een niet bijzonder uitzichtpunt dat zelfs om onverklaarbare veiligheidsredenen nog gesloten was ook.

We vonden een schaduwplekje voor onze koffiestop en stonden plotseling naast een rubberplantage. De plantage moet echter al lange tijd niet meer in gebruik zijn omdat de opvangbakjes allemaal vol zaten met alles behalve latex.


Soms overnachten we ergens waar het eigenlijk verboden is. Zoals hier op het bord staat aangegeven. Toen we bij de eigenaar van dit grondstuk vroegen naar de camping zei hij: “die is nog 9km verderop maar je kan ook hier gaan staan”.


Op weg naar Chapada dos Guimarães, reden we een paar honderd kilometer lang door niets dan katoenplantages. Ze hadden blijkbaar net geoogst en de katoen lag opgeslagen in enorme grote pakken midden op het land.


Het gelijknamige dorpje Chapada dos Guimarães was een aangename basis om de omgeving te verkennen en weer wat te internetten.


Op het Plaza konden we vanuit de camper internetten.


Het National Park met de “bruidssluier”.


Bij de “poort van de hel” stond een verbodsbord. Ik zou eerder een verbodsbord voor ons verwacht hebben bij de “hemelpoort”.


Ria op de steen die het Geodetisch Center van Zuid Amerika aangeeft. Wat dat precies betekent is niet duidelijk geworden.


Op weg naar Cuiaba rijd je langs het 350m hoge breuk vlak van het plateau en het lager gelegen land.

zaterdag 15 oktober 2011

Reisverslag 51 – van Jardim naar Coxim.

Van Jardim was het ongeveer nog 1000km verder naar het noorden naar het volgende hoogte punt het national park Chapada dos Guimarães. Halverwege zou volgens onze reisgids Coxim liggen. Een leuk stadje aan een rivier waar je ook leuke boottochtjes zou kunnen maken. Maar we hadden op het internet geen campeerplaats gevonden. Waarschijnlijk omdat de meeste camperaars er voorbij racen op weg naar de Pantanal. In onze reisgids stond het adres van een toeristenbureau. Maar ja, als je geen straatnamen kan vinden wordt het moeilijk. Toen we het ergens gingen vragen waren we er nog maar een paar honderd meter vandaan Op het gebouw zou Prefectura staan. Maar hoe zit dat want Prefectura is de haven politie. Toen we er binnen keken zagen we een souvenirwinkel. Hadden we het verkeerd begrepen? Nee, de dame in het winkeltje wees ons naar een deur waarna we in een nauwe gang terecht kwamen met 4 of 5 deuren en op eentje stond zo iets als toerisme. De deur was op slot maar plotseling stond er heel vriendelijk dame achter ons met maar één hand. “is het bureau gesloten”. vroeg ik. “Nee”zei ze maar niettemin loodste ze ons het kantoortje ernaast binnen. Vanaf dat moment begon een staaltje van Braziliaanse hulpvaardigheid. Er zaten drie vriendelijke mannen in, die uiteindelijk begrepen dat wij een camping zochten. Ze begonnen driftig te telefoneren tot eentje zei dat we 10 minuten moesten wachten. Tijdens het wachten vroeg ik of er ergens internet was in het stadje. “Nee” zeiden ze maar gebruik onze computer maar. Na enige tijd kwam er een uitbundige en vriendelijk jongeman binnen die zich in het Engels voorstelde als Ariel Albrecht. Ariel stelde een paar vragen en wist toen precies wat we nodig hadden. Hij tekende een kaartje hoe we bij de camping Cachoeira das Palmeiras konden komen. De camping lag ongeveer 25km van Coxim aan de Rio Taquari. Nu wilde we ook nog internetten. “Geen probleem” zei hij, “ik ben met de fiets volg me maar”. Tot overmaat van ramp liep er onderweg ook nog zijn  ketting af. Hij liep mee het internetcafé in en sprak een paar woorden met de eigenaar. We namen afscheid van hem en vroegen of we hem nog iets schuldig waren. “nee” zei hij “ik ben blij dat ik jullie kon helpen”.  Toen we klaar waren met internetten mochten we niet betalen omdat Ariel dat al gedaan had. Nou, hoe dikwijls maak je zo iets mee?

Ariel op weg met ons naar het internetcafé.


Het uitzicht van de camping op Rio Taquari en de watervallen.


Je kon al merken dat we dichter bij de evenaar waren. De temperatuur in de Camper werd onbehagelijk met 42 °C. Intussen hebben we ook al 45°C gemeten.


De omgeving van Coxim is heel populair bij de Braziliaanse sportvissers. Op de camping Cachoeira das Palmeiras stond dan ook een grote groep uit Guaira ongeveer 700km ten zuiden van Coxim. Ze waren er met een nogal oude bus, tenten and talloze grote vriezers voor de vangst maar ook het eten en vooral om het bier koud te houden. Ze waren stuk voor stuk heel vriendelijk maar niemand sprak iets ander als Portugees. Raul, een derde generatie Duitser werd verwacht met ons te communiceren maar de arme man kwam niet veel verder dan “Guten Tag”. Op de eerste dag liet Raul tros zijn 9kg zware Dorado zien. De volgende dag zagen we hem weer. en nodigde hij ons uit om zijn vangst van 9kg mee op te eten.


Op zulke plaatsen wil ik ook wel met een hengeltje zitten ook al vang je niets.


De vissers hadden veel concurrentie.


Er zaten vooral veel aalscholvers en dat zijn veelvraten.


Dit is waarschijnlijk een soort ijsvogel (kingfisher). Maar een bek waarvan het bovenste deel van snavel korter is dan de onderste lijkt me uiterst onhandig.


Het grappige beestjes maar bepaald niet moedersmooiste.


We maakte nog een boottochtje op de Rio Taquari van de watervallen tot de stroomversnellingen.


Tijdens het boottochtje stopte we ook nog bij een andere camping. Hier draaide ook alles om het vissen, zelfs de telefooncel.


Nog een paar andere leuke dingen die we op de camping zagen.


Niet iedereen weet misschien hoe cashewnoten groeien. Het waarschijnlijk de enigste noot die buiten de vrucht groeit.


De dames wilde voor het eten nog even op de foto met ons.


Raul met zijn grote dorado en de catering dames.


In de morgen bij vertrek hadden we twee verassingen. De eerste was dank zei Ria omdat ze altijd vroeg buiten is. (koffie en sigaretje)  Ze zag een tamandua over de camping lopen. Hij is zo zeldzaam dat zelfs de Brazilianen foto’s maakten. De tamandua is een miereneter en eet vooral uit de mierennesten in de bomen.


De tweede verassing waren de zanduiltjes, die zagen zodra we de poort van de camping uitreden.